Zondag 7 oktober was de dag van de Singelloop. Ik voelde me goed, dat was
ook wel terecht aangezien ik na de vakantie 3 keer een 5 km heb gelopen en dit
gelijk ook de beste 3 van het jaar zijn. Op basis van die 5 kilometers ben ik
voor mezelf een doel gaan stellen. In juli liep ik met de ekiden mijn 10 kilometer
in 37:29, maar toen liep ik mijn 5 kilometer ook 20 seconden langzamer. Ik wist
wel dat ik beter was dan in juli. Het doel dat ik wilde halen was 36:30, een
minuut sneller dus. Na het inlopen met Jeroen stond ik vol goede moed aan de
start.
Om 12:15 klonk het startschot voor de 10 kilometer. Ik liep gelijk bij
Jeroen en bleef erbij lopen. De eerste kilometer ging in 3:17, sneller dan dat
ik had verwacht. Ik bleef bij Jeroen lopen in de wetenschap dat hij dit tempo
ook niet zou volhouden. Na de eerste kilometer waren er al wat gaten gevallen.
Jeroen en ik waren de eerste 2 achter een grote kopgroep. De tweede kilometer
liepen we in 3:28, dus zaten we op 6:45. Na 2,5 kilometer begon ik het toch
lastig te krijgen. Ik kon nog mee, maar wist dat ik het niet lang meer zou
volhouden. De derde kilometer liepen we in 3:32, we zaten op een tijd van
10:17. Die tijd was 3 seconden sneller dan bij mijn beste 5 kilometer dit jaar.
Ik liep op schema 34:20, maar wist dat ik nog wel verval zou hebben. Nu besloot
ik om Jeroen te laten lopen en ging ik mijn eigen tempo lopen. De eerste
atleten haalden mij al in. Ondanks het verval ging de vierde kilometer toch nog
in een tijd van 3:41, met een tijd van 13:58 lag ik nog steeds op schema van
een tijd van onder de 35 minuten. Zo massaal als dat ik vorig jaar werd
ingehaald was nu niet het geval. Er zat vaak minuten tussen voordat er weer
iemand voorbij kwam. Het verval ging ook niet zo snel als vorig jaar. Ik zag de
kopgroep aan de andere kant van de singel lopen, ze passeerden het 5
kilometerpunt. Ik moest nog ongeveer 400 tot 450 meter tot de 5 kilometer. Na
17:38 passeerde ik als 19e het 5 kilometerpunt. De kilometer ging in
3:40 en ik lag op schema van 35:16. Dat was het punt waarop ik zeker wist dat
het minimaal een 36’er ging worden. Ik liep 40 seconden sneller dan het 5
kilometerpunt bij de ekiden in Rotterdam en 1:31 sneller dan vorig jaar. Mijn
snelste 5 kilometer voor de zomer was slechts 7 seconden sneller.
Toen de tweede helft begon wist ik dat ik verval zou hebben, dus was het
doel de schade te beperken. Ik begon zowaar te geloven in een 35’er, want dan
zou het verval 43 seconden mogen zijn. Ik moest dan wel 3:40 blijven lopen.
Achter mij hoorde ik het publiek luider aanmoedigen, dus ik wist dat de eerste
dame eraan kwam. Ik liet het tempo bewust een heel klein beetje zakken, dat
leidde ertoe dat ik de zesde kilometer in 3:49 liep, we zaten op 21:27. Precies
op het moment dat we op het 6 kilometerpunt waren kwam de eerste dame voorbij
met haar haas. Ik kon de aanmoedigingen langs de kant goed gebruiken, dus ik
pikte aan. Ik merkte dat het weer wat beter voelde, dit kwam vooral omdat ik
uit de wind werd gehouden. De aanmoedigingen zorgden ook voor een kick. De
zevende kilometer liepen we in 3:44, dus waren we 25:11 bezig. Nu was het wel
duidelijk dat het een 36’er ging worden. Als ik de laatste drie kilometers op
3:45 zou volhouden zou ik die 36:30 halen. Ik moest moeite doen om erbij te
blijven en merkte dat ik een aantal keer moest aanzetten. Na 8 kilometer liep
ik er nog altijd bij. De kilometer ging in 3:49, dit was eigenlijk iets te
langzaam. We waren 29:00 onderweg, dat betekende dat ik 7:29 over de laatste 2
kilometers mocht doen. Dat betekende dus 3:44 per kilometer. Na 8,5 kilometer
ging de haas versnellen. Ondanks dat ik al moeite had om te volgen ging ik toch
mee. De kilometer ging in 3:42, dus zaten we op 32:42. Nog 3:47, dit moest
lukken. De haas zette nog eens aan, dit was het moment dat ik niet meer kon
volgen. Ik voelde zelfs dat ik het tempo moest laten zakken, de eerste
versnelling was net iets te vroeg. Met nog 800 meter te gaan kon ook de eerste
dame haar haas niet meer volgen. Ik kwam bij de Beyerd, de sfeer daar is onbeschrijfbaar.
Ik begon daardoor weer te versnellen. Op de Vlaszak ging het tempo er weer uit
en zo bleef het een beetje op en neer gaan. Het verschil met de eerste dame was
20 tot 30 meter en ik kwam geen meter dichterbij. Ik liep de Halstraat in en
keek nog een keer op mijn horloge, 35:31. Nog 58 seconden voor 300 meter, het
werd nog krap. Nu ging ik versnellen. Ik passeerde het bordje met 100 meter en
zag de klok op 36:11 staan. Ik wist dat het een alles of niets sprint werd. Met
een eindsprint in 18 seconden was ik binnen in 36:29. Mijn horloge gaf 36:27
aan, dat was ook mijn netto tijd. De slotkilometer was met 3:45 niet heel snel.
Uiteindelijk moest ik 4 seconden toegeven op de eerste dame. Ik ben op de 23e
plaats geëindigd. De tweede helft ging in 18:49, een verval van 1:11. Ondanks
het verval heb ik maar 4 plaatsen ingeleverd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten