woensdag 17 oktober 2018

Goede 10 km Thijs Staps bij sterk bezette Singelloop Breda

Zondag 7 oktober was de dag van de Singelloop. Ik voelde me goed, dat was ook wel terecht aangezien ik na de vakantie 3 keer een 5 km heb gelopen en dit gelijk ook de beste 3 van het jaar zijn. Op basis van die 5 kilometers ben ik voor mezelf een doel gaan stellen. In juli liep ik met de ekiden mijn 10 kilometer in 37:29, maar toen liep ik mijn 5 kilometer ook 20 seconden langzamer. Ik wist wel dat ik beter was dan in juli. Het doel dat ik wilde halen was 36:30, een minuut sneller dus. Na het inlopen met Jeroen stond ik vol goede moed aan de start.

Om 12:15 klonk het startschot voor de 10 kilometer. Ik liep gelijk bij Jeroen en bleef erbij lopen. De eerste kilometer ging in 3:17, sneller dan dat ik had verwacht. Ik bleef bij Jeroen lopen in de wetenschap dat hij dit tempo ook niet zou volhouden. Na de eerste kilometer waren er al wat gaten gevallen. Jeroen en ik waren de eerste 2 achter een grote kopgroep. De tweede kilometer liepen we in 3:28, dus zaten we op 6:45. Na 2,5 kilometer begon ik het toch lastig te krijgen. Ik kon nog mee, maar wist dat ik het niet lang meer zou volhouden. De derde kilometer liepen we in 3:32, we zaten op een tijd van 10:17. Die tijd was 3 seconden sneller dan bij mijn beste 5 kilometer dit jaar. Ik liep op schema 34:20, maar wist dat ik nog wel verval zou hebben. Nu besloot ik om Jeroen te laten lopen en ging ik mijn eigen tempo lopen. De eerste atleten haalden mij al in. Ondanks het verval ging de vierde kilometer toch nog in een tijd van 3:41, met een tijd van 13:58 lag ik nog steeds op schema van een tijd van onder de 35 minuten. Zo massaal als dat ik vorig jaar werd ingehaald was nu niet het geval. Er zat vaak minuten tussen voordat er weer iemand voorbij kwam. Het verval ging ook niet zo snel als vorig jaar. Ik zag de kopgroep aan de andere kant van de singel lopen, ze passeerden het 5 kilometerpunt. Ik moest nog ongeveer 400 tot 450 meter tot de 5 kilometer. Na 17:38 passeerde ik als 19e het 5 kilometerpunt. De kilometer ging in 3:40 en ik lag op schema van 35:16. Dat was het punt waarop ik zeker wist dat het minimaal een 36’er ging worden. Ik liep 40 seconden sneller dan het 5 kilometerpunt bij de ekiden in Rotterdam en 1:31 sneller dan vorig jaar. Mijn snelste 5 kilometer voor de zomer was slechts 7 seconden sneller.

Toen de tweede helft begon wist ik dat ik verval zou hebben, dus was het doel de schade te beperken. Ik begon zowaar te geloven in een 35’er, want dan zou het verval 43 seconden mogen zijn. Ik moest dan wel 3:40 blijven lopen. Achter mij hoorde ik het publiek luider aanmoedigen, dus ik wist dat de eerste dame eraan kwam. Ik liet het tempo bewust een heel klein beetje zakken, dat leidde ertoe dat ik de zesde kilometer in 3:49 liep, we zaten op 21:27. Precies op het moment dat we op het 6 kilometerpunt waren kwam de eerste dame voorbij met haar haas. Ik kon de aanmoedigingen langs de kant goed gebruiken, dus ik pikte aan. Ik merkte dat het weer wat beter voelde, dit kwam vooral omdat ik uit de wind werd gehouden. De aanmoedigingen zorgden ook voor een kick. De zevende kilometer liepen we in 3:44, dus waren we 25:11 bezig. Nu was het wel duidelijk dat het een 36’er ging worden. Als ik de laatste drie kilometers op 3:45 zou volhouden zou ik die 36:30 halen. Ik moest moeite doen om erbij te blijven en merkte dat ik een aantal keer moest aanzetten. Na 8 kilometer liep ik er nog altijd bij. De kilometer ging in 3:49, dit was eigenlijk iets te langzaam. We waren 29:00 onderweg, dat betekende dat ik 7:29 over de laatste 2 kilometers mocht doen. Dat betekende dus 3:44 per kilometer. Na 8,5 kilometer ging de haas versnellen. Ondanks dat ik al moeite had om te volgen ging ik toch mee. De kilometer ging in 3:42, dus zaten we op 32:42. Nog 3:47, dit moest lukken. De haas zette nog eens aan, dit was het moment dat ik niet meer kon volgen. Ik voelde zelfs dat ik het tempo moest laten zakken, de eerste versnelling was net iets te vroeg. Met nog 800 meter te gaan kon ook de eerste dame haar haas niet meer volgen. Ik kwam bij de Beyerd, de sfeer daar is onbeschrijfbaar. Ik begon daardoor weer te versnellen. Op de Vlaszak ging het tempo er weer uit en zo bleef het een beetje op en neer gaan. Het verschil met de eerste dame was 20 tot 30 meter en ik kwam geen meter dichterbij. Ik liep de Halstraat in en keek nog een keer op mijn horloge, 35:31. Nog 58 seconden voor 300 meter, het werd nog krap. Nu ging ik versnellen. Ik passeerde het bordje met 100 meter en zag de klok op 36:11 staan. Ik wist dat het een alles of niets sprint werd. Met een eindsprint in 18 seconden was ik binnen in 36:29. Mijn horloge gaf 36:27 aan, dat was ook mijn netto tijd. De slotkilometer was met 3:45 niet heel snel. Uiteindelijk moest ik 4 seconden toegeven op de eerste dame. Ik ben op de 23e plaats geëindigd. De tweede helft ging in 18:49, een verval van 1:11. Ondanks het verval heb ik maar 4 plaatsen ingeleverd.

Ik ben zeer tevreden met mijn eindtijd, want ik had zelf als doel 36:30 en daar ben ik onder gebleven. Het is 1:02 sneller dan in Rotterdam. Het voelde een beetje als revanche van vorig jaar, het verschil was 3:11. Mijn gedachten gingen ook gelijk naar het voorjaar. In maart had ik nog maar één keer onder de 18 minuten gelopen op de 5 kilometer en de rest zat er allemaal boven. Ondertussen loop ik de 10 kilometer alweer bijna net zo snel. Dit geeft vertrouwen voor Etten-Leur, dan hoop ik weer eens een 35’er te lopen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten