vrijdag 3 januari 2020

6e plaats Kerstcross Sprundel voor Thijs Staps


Op tweede kerstdag stond de traditionele Kerstcross Sprundel op het programma. Dit werd mijn 6e deelname op rij. Ik ging voor de 3e keer deelnemen aan de lange cross, dit zijn 5 rondjes van 1600 meter, dus 8 kilometer. Het parcours lag er goed bij. Bij de start zag ik 5 mannen die op een 10 kilometer altijd meer dan een minuut voor mij eindigen, maar als ik keek naar de rest was er niemand die op een 10 kilometer binnen een minuut achter mij eindigt. Voor de start wist ik dus al dat ik 6e zou worden. Mijn doel was om ieder geval harder te lopen dan 29:45,2 vorig jaar. Ik wilde proberen een halve minuut sneller te lopen, maar gezien mijn prestaties de laatste tijd zou een snellere tijd ook al moeilijk genoeg zijn.

Om 12:30 klonk het startschot. Ik wilde bij de modderbocht bij de stal in 6e positie lopen, dit lukte. Na ongeveer 400 meter keek ik eens links en zag ik dat we met 7 man al helemaal los waren van de rest. De kopgroep bestond uit Ben Vriends, Ronald Cockx, Okbazgi Kidane, Michael Beuwer, Rick Lambregts, Bart Bastiaansen en ik. Ik liep als 6e in het treintje. Bij het keerpunt naar het gras zag ik dat Bart de groep liet lopen. Na de eerste ronde kwamen we met 6 man door na 5:48, maar die ronde was iets langer. Vanaf de start naar de eerste bocht was 11 seconden, dus was de ronde 5:37.

Na een snelle berekening kwam ik tot de conclusie dat dit op schema van rond de 28:30 lag, dan zou ik 1:15 sneller moeten lopen dan vorig jaar, dat is niet realistisch. Ik besloot om eigen tempo te gaan lopen en liet de kopgroep gaan. Het verschil met Bart was ongeveer 8 seconden, dus moest ik zorgen dat ik langzaamaan zou uitlopen. Na de tweede ronde kwam ik door in 11:46, dus een rondje in 5:58. Michael Beuwer liep 5e en zat al ongeveer 20 seconden voor me, Bart zat ongeveer 12 seconden achter mij.

Zoals verwacht zou ik dus 4 rondes helemaal alleen gaan lopen. Bij het keerpunt heb je een overzichtelijk stukje en kun je alles zien wat binnen 50 seconden liep. Halverwege de wedstrijd waren de verschillen al zo groot dat ik nog net Rick zag, met een mooi gat ten opzichte van Michael. Aan de andere kant kwam ik alleen Bart nog tegemoet gelopen, de rest was uit beeld. De derde ronde kwam ik door in 17:48, dus een rondje in 6:02.

Ik wist dat ik nu rondjes onder de 6 minuten moest gaan lopen voor mijn tijd van vorig jaar. Ondertussen lag ik al 45 seconden achter op Michael en ongeveer 18 seconden voor op Bart. Bij het keerpunt zag ik tot mijn verbazing Rick lopen en niet Michael die de vorige ronde toch nog wel een stukje achter Rick liep. Het verschil was net als de ronde daarvoor ongeveer 50 seconden. Hierdoor dacht ik dat ik een goede vierde ronde liep, maar toen ik zag dat mijn rondetijd slechts 6:05 was besefte ik dat het Rick was die instortte. Ik kwam door in 23:52, dit was 6 seconden langzamer dan vorig jaar.

Ik moest voor dezelfde tijd als vorig jaar 13 seconden sneller lopen dan deze ronde, dus 5:52. Ik wist dat het heel moeilijk zou worden om mijn tijd van vorig jaar te verbeteren. Ondanks dat ik helemaal alleen liep met zware benen wilde ik heel graag voor die tijd gaan en het feit dat Rick niet uitliep was een dubbele motivatie. Fysiek was het ver op, deze ronde zou puur op mentaliteit gaan. Al snel in de laatste ronde zag ik Hans voor me lopen, die wilde ik uiteraard dubbelen. Bijna halverwege de laatste ronde had ik hem te pakken. Ik kwam weer bij het stuk waar ik Rick kon zien lopen en het verschil was nog steeds hetzelfde, het was 50 seconden. Nog ongeveer 700 meter, dus nog een keer extra aanzetten. Ik ging voor de laatste keer het bos in, nog eens extra aanzetten, sprintend de laatste heuvel op. Ik kwam het bos uit. Het eerste waar ik op focuste was de klok en die zag ik op 29:37 staan. Ik besefte dat het binnen een seconde zou zijn. Het werd een alles of niets sprint, zoals ik op de 3000 dit jaar ook al een keer had gedaan toen ik mijn PR met 0,32 verbeterde. Voor de toeschouwers was het misschien een gek gezicht, iemand die 6e wordt zonder concurrentie om zich heen en dan nog zo sprinten. Pas toen ik sprintend tegen het touw liep zat mijn sprint erop, de tijd was precies 29:45. De slotronde van 5:52 was nog wel sterk.

Het was voor mij afwachten tot de uitslagen op Facebook zouden komen en toen die erop kwamen was ik toch blij, want het was 29:45,1. Dat was precies 0,1 seconde sneller dan vorig jaar. Uiteraard heb ik mijn rondes ook nog vergeleken met de top 5 en wat bleek, mijn laatste ronde was gewoon 8 seconden sneller dan Rick, dat verschil is pas gemaakt in de laatste 700 meter aangezien het verschil daar nog echt 50 seconden was en bij de finish 41,3. Michael Beuwer, die 4e was, liep zijn laatste ronde maar 9 seconden sneller en nummer 3 Ronald Cockx zelfs maar 7 seconden. Bijna al mijn achterstand is dus opgebouwd in de 2e, 3e en 4e ronde. Het middenstuk, daar moet dus aan gewerkt worden. Deze prestatie is toch beter dan vorig jaar, toen heb ik tot het einde gestreden met Jeroen. Nu heb ik 4 rondes alleen gelopen wat toch wel een stuk zwaarder is, daarom is het toch nog knap dat ik in de slotronde 6 seconden sneller heb gelopen dan vorig jaar. Het was wel het jaar van de alles of niets sprintjes. De eerste was in februari in Schoorl en nu met de Kerstcross de laatste. Ondertussen ben ik wel bekend met de Boebka methode, dat is het nipt verbeteren van een PR. Ik durf het ondertussen de Staps methode te noemen, want dit was de 7e alles of niets spint dit jaar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten